Nieuw-Zeeland, aan de andere kant van de wereld, “down under” en dan nog een boogscheut verder, daar gaan we naartoe. Qantas, de “flying kangaroo”, brengt er ons heen. De laatste weken waren zij nogal in het nieuws gekomen met probleempjes aan enkele van hun vliegtuigen, een motor die in de vlucht ontplofte en zo, maar wij worden feilloos afgeleverd in Singapore de volgende ochtend, het eerste deel van een lang traject van Brussel naar London, naar Singapore, naar Sydney en naar Auckland. In Singapore kunnen we wat uitblazen in een daghotel en we vissen er Myriam op, onze Ada reisleidster.
Bij ochtendgloren landen we weer de volgende dag in
Sydney voor de laatste ruk naar Auckland in Aotearoa, het “Land van de lange witte wolk” zoals de Maori hun thuisland noemden. We arriveren in de namiddag, tijd genoeg voor een korte verkenning aan de grootste stad van Nieuw Zeeland. En die wordt ook “city of sails” genoemd, want met 135.000 bootjes, hebben ze daar per inwoner meer van dan enige andere stad ter wereld.
We rijden Mount Eden op, een slapende vulkaan die 15000jaar geleden voor het laatst van zich liet horen, en met 196m het hoogste natuurlijke punt is van de stad en dan heb je uiteraard een geweldig panorama.
En dan naar het hotel, klaarmaken voor ons eerste gezamenlijke diner in het
Sky Tower revolving restaurant, 190m boven de grond en op een uurtje heb je niet alleen de innerlijke mens versterkt, maar ook nog eens een extra zicht gehad van 360° over de stad en een fraaie zonsondergang.
In de nacht is er in de omgeving een oud gebouw ingestort, niet onverwacht, het stond al te kwakkelen want we hadden er daags voordien voor moeten omrijden om het hotel te bereiken, maar ik heb los doorheen alle heibel geslapen.
We hebben een grote
comfortabele bus en na een luid “kia ora” ( dat is de maorigroet voor alle gelegenheden) en wat rek en strek gedoe onder leiding van Dennis onze chauffeur en fitness goeroe, starten we voor de rit naar Rotorua of zoals de maori kortweg zeggen Te Rotorua-nui-a-Kahumatamomoe.
Het is bewolkt en het ziet er regenachtig uit, maar regen is natuurlijk ook de oorzaak dat de
koeien en schapen zich hier dik en rond kunnen volvreten aan mals en sappig groen zonder dat zij daarvoor een prik met vuiligheid in hun kont krijgen.
Landbouw is van levensbelang voor Nieuw Zeeland en bij het binnenkomen in het land wordt je streng gecontroleerd door de douane. Fruit en bederfelijk goed zijn taboe en zelfs slijk wordt van tussen je zolen gehaald.
We krijgen een
farmlunch aangeboden in een familieboerderij en nog wat ludieke uitleg in sappig New Zealand English over hoe boeren hier leven en
“overleven” zonder peperdure subsidies.
En dan naar Waimangu Volcanic Valley, het jongste geothermische gebied, geschapen in 1886 uit vuur en lava door een uitbarsting van de Tarawera vulkaan die de aarde opende over 17km, de omgeving grondig
herschikte en er een toeristische attractie van jewelste van maakte.
Frying pan lake,
Cathedral rocks,
Marble terrace,
Inferno Crater en
Lake Rotomahana. Het borrelt, rookt en stinkt ten alle kant maar je kijkt je ogen uit naar al dat moois dat Moeder Natuur hier uit haar hoed toverde.
Myriam heeft ons doen watertanden met een facultatieve helikoptervlucht naar White Island met daarbovenop een unieke vulkaanwandeling maar dat dreigt letterlijk de mist in te gaan door de hardnekkige,
laaghangende bewolking. Zelden zal de meteo zo nauwgezet opgevolgd zijn van uur tot uur als hier en nu, maar uiteindelijk valt het verdikt: er wordt niet gevlogen.
Niet getreurd, zoals J.Ruskin al zei “Slecht weer bestaat niet, alleen maar verschillende soorten goed weer”en we gaan naar
Whakarewarewa Thermal Village een plek die reeds gedurende 200jaar door een maori stam bewoond wordt, en die er sedert 1998 een toeristisch slaatje uit slaat. We worden ontvangen en rondgeleid door
Anna, een maori die ons in haar sappig Engels inwijdt in de complexe gewoontes en mythologie, het weven van hun traditionele kledij en het intrinsieke
houtsnijwerk. En ze houden hier in het pikkedonker ook nog een paar kiwis. De met uitsterven bedreigde loopvogel (en nachtvogel) en het symbool van Nieuw Zeeland.
De
Pohutu Geyser zorgt voor de nodige sensatie en is natuurlijk de publiekstrekker maar alle warmtebronnen in het gebied worden nog dagelijks gebruikt door de maori die er wonen voor de was, de plas en het koken of stomen van hun maaltijden de beroemde (of beruchte) “hangi”.
Geen vulkaanwandeling maar een wandeling in het
Redwood forest, een geweldig woud van Californian Coast Redwood Sequoias, aangeplant door de kolonisten in 1901 samen met vele andere soorten, is het uitgegroeid tot een plek van meer dan 5600ha en razend populair bij de wandelaars en fietsers.
Er wonen ongeveer 4miljoen mensen op Nieuw Zeeland en er zijn naar schatting 40miljoen schapen. Zeggen dat schapen belangrijk zijn is dus een open deur instampen en in de Agrodome wordt op
ludieke manier verteld en getoond hoeveel
“merken” er wel zijn, hoe ze er uit zien en wat er zo speciaal aan is.
We hebben nog een afspraak in het Whakarewarewa Village voor een
typische “hangi” maaltijd, en een
Maori show mét haka natuurlijk en heren toeschouwers worden uitgenodigd om daar aan mee te doen, en als zo’n stevige knaap je vraagt “you come!!” zeg je niet nee.
Het is zwaar bewolkt en het giet water maar als we een paar uur later onze eerste fotostop maken aan de geothermische
krachtcentrale van Wairaki is er al heel wat blauwe lucht te zien. En nog veel meer als we de volgende fotostop maken aan de
Waikatorivier en de
Huka Falls.
Een koffiestop in Taupo aan het
gelijknamige meer en dan gaat het verder en hogerop richting Tongariro National Park maar voor we daar aankomen hebben we nog een
magnifiek panorama over het Taupo meer en de omgeving.
Tongariro is het oudste park van Nieuw Zeeland, staat op de lijst van UNESCO en wordt beheerst door 3 joekels van actieve vulkanen
Mount Ruapehu,
Mount Ngauruhoe en Mount Tongariro. Een van de vulkanen is nu BV (bekende vulkaan) want hij stond model voor Mount Doom in de film van de Lord of Ring. We logeren aan de voet van Mount Ruapehu in het Bayview Chateau dat
victoriaanse klasse uitstraalt en na de middag trekken we het park in voor een
lange wandeling. Beetje zon, beetje regen, schitterende natuur, perfect.
We beginnen de dag weer met een dreigende lucht, zon, een
dubbele regenboog en de
vulkaan die mysterieus opduikt tussen de wolken.
Wellington, de hoofdstad, daar gaan we vandaag naar toe door een groen,
heuvelachtig landschap waar grote kuddes
koeien en schapen grazen met een fotostop over de
Rangitikei rivier en de gelijknamige vallei.
En de zon schijnt volop bij onze aankomst in Wellington. Een korte stop aan het parlement,
de Beehive en de
bibliotheek van het parlement en dan met
de cable car naar boven naar
de botanische tuin. We wandelen er door en terug omlaag en vergapen ons al die bloemenpracht die hier wordt tentoon gespreid.
Niet ver van ons hotel ligt het Te Papa museum van Nieuw Zeeland, en daar lopen we ook nog eventjes binnen. Je kan er allicht uren en dagen doorbrengen, maar wij beperken ons tot een paar zalen waar de fauna van op land en in zee aan bod komt en waar je eens een gesimuleerde aardbeving kan meemaken. Scary!
We worden vroeg uit de veren gezet want we verlaten Noordereiland. Het is
10° en verdraaid fris.
We nemen de
ferry die ons over de Cook Strait naar Picton op het Zuidereiland zal brengen.
Het kan hier behoorlijk spoken, maar de zee laat zich vandaag van haar meest
idyllische kant zien en aan dek is het genieten van een frisse zeebries, zon en scenic views als we uit de baai van Wellington Harbour varen. De hele overtocht duurt een kleine 3h en Cook Strait gaat naadloos over in
de Queen Charlotte Sound op het Zuidereiland en laat dat nu weer een verzameling zijn van prachtige baaien met
beboste eilandjes en heuvels op het vasteland.
Terug aan land rijden we langs een kronkelweg met enig mooie vergezichten op de Marlborough Sounds dat geklasseerd werd als Maritiem park en zo een beetje beschermd is tegen hotelontwikkelaars die hier al menig kwijlende blik op wierpen. Van op het
lookout point zie je waarom.
Nog een korte wandeling door een bos naar de brug
over de Pelorus rivier en dan zijn we op weg naar Nelson waar we ons kamp opslaan voor 2 nachten.
Vandaag gaan we wandelen in het Abel Tasman National Park. Onze bus brengt ons tot aan het strand van Kaiteriteri en daar schepen we in op een catamaran die ons samen met een sliert andere wandelaars langs de kust voert. Er zijn verschillende aanlegplaatsen voor korte of lange wandelingen, al dan niet met een overnachting in een tentje. Wij bakken het niet zo bruin, en worden gedropt in Tonga Quarry voor een wandeling van een paar uur naar de volgende baai waar onze boot ons weer komt oppikken. Beginnen doen we met een fikse klim, maar dan loopt het pad redelijk gelijkmatig door de dichte begroeiing langs de kust en tegen de middag zijn we aan het strand van de baai, op tijd voor onze picknicklunch. Waar je ook kijkt overal zie je zichten die zo van een postkaart zijn weggekropen. Ons bootje is wat aan de late kant maar geen hond die daar aanstoot aan neemt. De enige storende noot in deze symfonie van landschappen zijn de zandvliegen, piepkleine vliegjes die zich bloeddorstig op ieder stukje onbedekte huid storten en gemeen kunnen steken. Perfect is het nergens.
We zijn weer vroeg op pad, na een luidkeels gebruld “kia ora” en onze rek en strek oefening met Dennis. We hebben Nelson achter ons gelaten en zijn op weg richting zuidwest naar Westport. Het is 11° maar de lucht is blauw en zon warmt de boel al snel op. We rijden tussen groene beboste heuvels, valleien met schilderachtige riviertjes en malse weiden waarop grote kuddes koeien grazen.
De houtindurstrie is belangrijk voor Nieuw Zeeland en de Radiata den is daar voor 90% de ruggegraat van. Hij komt oorspronkelijk uit California, werd hier ook ingevoerd door de kolonisten rond 1859 en wordt massaal aangeplant.
Met op de achtergrond de
Spooner Range Mountains maken we onze eerste fotostop van het heuvelachtig landschap met de brem die in volle bloei staat en de
bossen van de Radiata den.
Lunch is met zicht op de
Tasman Zee en niet ver van Cape Foulwind. Daar gaan we de
pelsrobbenkolonie bezoeken. De New Zealand Fur seal of de Kekeno. Kolonie is wel een groot woord voor de enkele exemplaren die lui op de rotsen liggen te soezen, maar alleen de omgeving maakt het al de moeite en we krijgen hier nog een extraatje in de vorm van de
Weka, een loopvogel, die hier onbevreesd voor de mens, rondscharrelt.
En dan rijden we het Paparoa National Park binnen.
Nog een uitzichtpunt met razend
mooie panorama’s en een kort wandelingetje in wat rest van een oorspronkelijk
tropisch bos met een weelderige dichte begroeiing
en soms een
smalle doorgang
en dan zijn we aanbeland in Punakaiki met
z’n Pancake Rocks. Nog zo’n kunstwerkje van Moeder natuur en om dat makkelijk te bezoeken hebben ze hier een comfortabel wandelpad aangelegd.
Ons hotel ligt vlak aan zee en je wordt in slaap gewiegd (of wakker gehouden) door de
wilde branding dichtbij.
Het nieuws in Nieuw Zeeland wordt beheerst door de mijntragedie in Greymouth waar bij een explosie 29 kompels om het leven zijn gekomen en wij rijden door het getroffen stadje aan de Tasman zee.
Langs de
kronkelende weg die evenwijdig loopt met de Tasman Zee bollen we het stadje
Franz Jozef binnen met een schitterend zicht op de
Zuidelijke Alpen keten. Bij goed weer was hier ook mogelijkheid voor een scenic flight over de bergen, en met de helblauwe lucht hebben we het op onze sokken voelen aankomen: de Mount Cook Grand Tour vlucht van 40 minuten is dik in orde. Geen herhaling van het scenario in Rotorua “to fly or not to fly”. Nog een snelle hap en we wachten op het vertrek van de
helicopters die onze groep een
geweldig schouwspel bezorgen van Mount Cook 3766m, Mount Tasman 3497m, en de drie
gletsjers Fox, Franz Jozef en Tasman met daar bovenop nog een landing op 2400m in de sneeuw voor enkele
foto’s en wat sneeuwpret. Asjeblieft!
In het dorpje Fox Glacier, checken we in in ons
hotel en maken ons klaar voor de begeleide wandeling tot aan de voet van
Fox Glacier. Iets minder spectaculair dan verwacht want we wandelen niet verder op de gletsjer zelf maar de
gidsen maken het toch leuk met een interessante uitleg.
We rijden naar Lake Matheson. De lokale attractie is hier de weerspiegeling van Mount Cook in het water van het meer. Maar niet vandaag, want Mount Cook heeft zich preuts in een dik wolkendek gehuld. We
wandelen toch maar rond het meer, in de hoop dat hij zich zichtbaar zal maken en het klaart ook wel wat op maar niet snel genoeg zodat wij het moeten stellen met de wandeling en de
idyllische zichten op het meer en de omgeving.
Terug de bus op, stoppen aan een
zalmfarm voor de lunch, hele lekkere zalm overigens, en komen zo in het
Mount Aspiring National Park. En daar volgt de ene fotostop na de andere. Mount Aspiring,
Thunder Creek falls de 28m hoge waterval, de kolkende
Haast rivier,
de Blue Pools helblauwe meren te bereiken langs een paar
Indiana Jones bruggen en met indrukwekkende zichten op de Mount Aspiring range.
We volgen de oevers van 2 grote gletsjermeren
Lake Hawea en
Lake Wanaka en we eindigen de dag in Wanaka in een heel
knap resort. Er is een lawaaierig trouwfeest aan de gang en er zitten hopen brulkikkers in de vijver, maar geen van beide slagen er in mij wakker te houden.
Vandaag is ons eindpunt Queenstown, het toeristische Mekka van Nieuw Zeeland, maar eerst stoppen we in
Arrowtown dat tijdens de Goldrush overspoeld werd door gelukzoekers van over de ganse wereld inbegrepen een hoop
chinezen die hier hun eigen armtierig, mini
Chinatown hadden.
Queenstown is de avonturen stad van Nieuw Zeeland, je kan het zo gek niet bedenken of alles waar je een kick van krijgt of in je broek plast kan je hier wel vinden.
En de eerste “shots” worden uitgedeeld aan onze 3 jongste reisgenoten die gaan
bungee jumpen van de Kawarau brug over de gelijknamige rivier, 43m vrije val met de keuze of je in het water wilt gedumpt worden dan wel net er boven.
Lunch wordt gecombineerd met een wijnproeverij in
Gibbston Valley, een wijnhuis.
En dan krijgen we de volgende “shot”, met een
jetboot gaan we de Shotover river op. Iedereen krijgt een zwemvest en vriendelijk verzoek om je schrap te zetten. Het ding schiet met een moordvaart over water van 10cm diep, haalt 85km⁄h, scheert rakelings langs de rotsen van de lange
smalle canyon en draait 360° om z’n as. Sensatie, nattigheid en hilariteit verzekerd.
Zo doen we onze intrede in Queenstown. Ons hotel ligt vlak aan het Wakatipu meer, pal in het centrum van het stadje. We wandelen nog vlug naar de
Skyline gondelbaan voor het
panorama over de stad, de omgeving, het meer en de
Remarkables, het gebergte aan de overkant, en zoeken dan een gezellige steakhouse op voor ons vrije diner.
Vrije dag vandaag, en wij hebben besloten om die in te vullen met een uitstapje naar
Skipper Canyon.
Een 4x4 busje pikt ons op en voert ons naar de plek waar in 1862 goud werd gevonden in de
Shotover rivier. Een smalle
onverharde weg ooit nog aangelegd voor de goudzoekers, is vandaag de toegang voor toeristen tot een waanzinnig
mooi stukje natuur, met ongeloofelijke zichten op
de canyons van de Shotover river en
omliggende bergen. Heel mooi, knap, subliem een mens raakt een beetje door z’n superlatieven heen!
Tijdens de goldrush werden hier nederzettingen gebouwd die echter al heel snel verlaten werden en verdwenen toen het goud opraakte. Wat rest is het gerestaureerde
schoolgebouwtje aan het einde van de weg, het
summiere restant van een hotel en een antieke brug.
De rest van de dag brengen we door met een bezoekje aan de
botanic garden, flaneren langs
de kade en de
winkeltjes van het gezellige stadje dat Queenstown is.
Tijd om de rest van het Zuidereiland te ontdekken en dat is niet niks, want we gaan nu het Fiordland National Park bezoeken, met 1.2 miljoen ha het grootste park van Nieuw Zeeland.
De weg van Te Anau naar Milford Sound is er een met een hoog “wow” gehalte.
Meren,
valleien,
rivieren,
watervallen het ene al indrukwekkender dan de andere, en dan sta je voor de Homer Tunnel 1270m lang en op 950m zeehoogte aan de oostkant en 830m aan de westkant, die je uiteindelijk toegang geeft tot
Milford Sound, een fjord die door Rudyard Kipling het achtste wereldwonder werd genoemd. 15km lang tot de Tasman zee met
rotsen die aan beide zijden tot 1200m hoog zijn, dicht begroeid met
tropisch regenwoud, een paar spectaculaire
watervallen,die vooral van jetje geven als het geregend heeft en een
zeerobbenkolonie en het is de natste plek met de meeste regenval van heel Nieuw Zeeland, maar bij ons bezoek schijnt weer de zon, je vergaapt je aan de
natuur en fotografeert je het apezuur.
We hebben een lange rit voor de boeg naar Dunedin, het is bewolkt en de zon breekt er dit keer niet door. De weergoden die ons totnogtoe welgezind waren hebben een snipperdag genomen. We hebben afspraak met heel wat beestjes vandaag. Te beginnen met de albatros.
Na de lunch in het prestigieuse
Glenfalloch Gardens, in 1871 gebouwd als een gentleman country’s residence, gaan we naar het observatiecentrum op het Otago schiereiland, want daar broeden een aantal
koningsalbatrossen. Veel zie je er niet van, maar er is een film en interessante uitleg en dan schepen we in op
een kleine schuit die dicht langs de klippen en de broedplaats vaart in de hoop zo’n
reuzevogel in de vlucht te zien. En met z’n 3m vleugelspan is het inderdaad een majestueus zicht. Een eenzame
zeeleeuw komt goeie dag zeggen en dan krijgen we het gezelschap van een troep
Hector dolfijnen die uitbundig voor, langs en met ons bootje meezwemmen. Heel uitzonderlijk want dit is een zeldzame soort die met uitsterven bedreigd is.
We gaan terug aan land voor een bezoek aan een even uitzonderlijke soort pinguins de
Yellow Eyed Pinguin. Om de nesten ongemerkt te benaderen hebben ze hier gecamoufleerde loopgraven gebouwd en een
koppel met 2 kuikens steelt geluidloos en feilloos de show.
Alles bij elkaar best een beestig leuke dag.
Onze eerste stop van betekenis vandaag is aan de kust van de Stille Oceaan, de
Moeraki Boulders, grote, bolvormige, logge keien met een diameter van 1 tot 2 meter gevormd door een kristaliseringsproces in de zee, een beetje zoals parels in oesters, alleen heeft dit een paar miljoen jaren geduurd.
Is het aan de kust nog steeds zwaar bewolkt, naarmate we verder landinwaarts gaan wordt de lucht blauwer en als we ’s middags in Twizzel lunchen doen we dat onder een stralende zon. En dat is meegenomen, want aan de volgende fotostop aan Lake Pukaki, een helderblauw gletsjermeer, hebben we een
prachtzicht op de Zuidelijke Alpen met
Mount Cook in volle glorie, duidelijk afgetekend tegen de blauwe lucht.
We logeren in het enige hotel in het
Mount Cook National Park en maken daar een lange wandeling in
Hooker Valley naar het Hooker Lake met de
Hooker Glacier en de Hooker rivier. En iedere “hooker” mag er best zijn.
We verlaten Mount Cook National Park, wuiven g’dag aan Cookie en richten onze schreden richting Christchurch, het laatste station van onze reis.
We passeren nog zo’n machtig gletsjermeer,
Lake Tekapo met de Zuidelijke Alpen op de achtergrond en kleurrijke lupines op de voorgrond.
We hebben nog een afspraak met een
schapenboer met 4000schapen en 150stuks vee die dat allemaal alleen beheert samen met z’n
4 afgerichte honden. We
lunchen er ook en rijden dan door naar Christchurch.
Christchurch bekomt nog van de aardbeving van september, enkele straten zijn nog afgesloten voor het verkeer en sommige gebouwen zijn
gesloten tot nader order of worden
gestut. Maar er heerst een
gezellige drukte, goed onderhouden
parken nodigen uit tot wandelen of verpozen, in de winkels staat alles in het teken van de kerstcadeaus en jengelen zonder ophouden de kerstliedjes en
oude tramrijtuigen zijn van onder het stof gehaald om met toeristen rond te toeren. Heel origineel.
Na de middag staat er nog een boottochtje op het programma, een
Wildlife Cruise in Lyttleton Harbour, speciaal om op zoek te gaan naar de Hector dolfijn. Wij hebben die al wel op zak maar het blijft leuk en we zien ze ook ronddartelen.
Laatste dag, nog wat rondlummelen in de stad en de laatste NZ-dollars soldaat maken in afwachting dat we naar de luchthaven gaan voor de lange reis terug naar België dat bibbert onder een winterprik.
Prachtig land, leuke groep, mooie reis, toffe griet als reisleidster wat kan een mens meer verlangen.